Voorzorgsmaatregelen
- Bewaar nematoden op 5°C.
- Gebruik bij toepassing de totale inhoud van een pakje in één keer omdat de nematoden niet homogeen verspreid zitten in de gel- of kleiformule.
- Zorg dat de grond vochtig is alvorens aaltjes toe te passen. Beregen dus indien nodig. Na behandeling moet de grond minimum 2 weken vochtig blijven.
- De bodemtemperatuur moet voldoende hoog zijn om de aaltjes te gebruiken (verschillend van soort tot soort).
- Toepassen bij bewolkt weer of ’s avonds, niet in volle zon.
- Het opgelost product binnen de 30 minuten toedienen. Bewaar geen verdund of gemengd product.
Op professioneel vlak worden nematoden op verschillende manieren toegepast: rugspuit of motorspuit, druppelbevloeiing of gieter. Centrifugaalpompen moeten vermeden worden omdat deze nematoden kunnen afdoden.
Druppelen kan bij potplanten. Bereken volgens de aanbevolen dosering het aantal potten dat met een verpakking kan behandeld worden. Na toepassing nog eens nadruppelen met water zodat alle nematoden in de potten terecht komen.
Verspuiten kan onder volgende voorwaarden: alle filters < 1mm in de toestellen verwijderen, de spuitdop-opening moet minimum 0.5 mm of 500 micron zijn, 1 mm is nog beter. De druk mag maximum 12 bar bedragen en de vloeistof moet continue in oplossing blijven om het bezinken van de aaltjes te voorkomen. Schud dus tijdens de toepassing regelmatig met de tank. De nematoden worden eerst afzonderlijk opgelost in een emmer water en nadien aan de spuittank toegevoegd. Roer de inhoud grondig zodat het product volledig wordt opgelost. Blijf de oplossing omroeren gedurende het gebruik. Opgelost product wordt verspoten aan 2l/m2 bij een grondbehandeling en aan 0.1 l/m2 bij een bladbehandeling. De concentratie nematoden is afhankelijk van soort tot soort en of deze curatief of preventief gebruikt worden.
Bij een grondbehandeling: na het verspuiten de grond met grote hoeveelheden water afspuiten om zeker te zijn dat de nematoden in de grond terecht komen. Zeker als er veel blad aanwezig is en de nematoden ook op het blad van planten zijn terecht gekomen, moet er direct na de toepassing worden nagespoeld. Aaltjes die op de bladeren blijven kleven verdrogen immers door de UV-straling.
Bij een bladtoepassing: zorgen voor een gelijkmatige bladdekking zonder afloop om het verlies van nematoden te beperken. Gebruik 1 mio nematoden voor 20 tot 40 m2 bladoppervlakte en verspuit aan 0.1 l/m2 oplossing. Kunstmatig licht en ventilatie moet vermeden worden, ramen moeten gesloten worden en de bladeren moeten minstens 2 u na toepassing vochtig blijven.
In geval van een bladbehandeling buiten (op bomen), mag het niet regenen want dan worden de aaltjes onmiddellijk van het blad gespoeld. Een lichte motregen daarentegen kan wel een goed effect geven gezien de luchtvochtigheid dan hoog is tijdens de toepassing en de aaltjes langer leven op het bladoppervlak.