Het stikstofprobleem is niet erg gedragen in onze samenleving. We hebben het gevoel er niet veel aan te kunnen doen. Het is ook niet op één, twee, drie op te lossen dus waarom niet gewoon verder doen zoals we bezig zijn? En waarom al die inspanningen leveren?
Ook al lijkt het een-ver-van-ons-bed-show, de natuur rondom ons spiegelt ons dagelijks het probleem. Alleen, wij zien het niet als dusdanig omdat het een proces is dat zich in de afgelopen veertig jaren langzaam heeft voltrokken en nog steeds in evolutie is. Maar als we foto’s bekijken van een natuurgebied 40 jaar geleden en hetzelfde gebied nu, dan staan we wel versteld van het verschil.
Stikstof heeft vele kanten maar voor de natuur is het grootste probleem het té veel aan stikstof in de bodem. Het gaat om stikstofdeeltjes die vanuit de lucht op de grond terecht komen en de bodem bemesten. Hierdoor verandert de vegetatie. Daarom groeien er nu bramen in het bos of grassen op heidevlaktes en kleuren op bepaalde momenten de weilanden geel van de paardenbloemen.
Wat is het gevolg van teveel stikstof voor onze natuur?

Teveel stikstof in de natuur zie je overal. Het heeft een negatief effect op de bodem, de bermen, de weilanden, de bossen, de rivieren, meren en beken en grachtjes. En bijgevolg op de biodiversiteit in al deze habitat.
- Het teveel aan stikstof leidt tot verzuring van de grond. Planten die niet tegen zure bodems kunnen, verdwijnen automatisch.
- De neergeslagen stikstof werkt tegelijkertijd als meststof voor andere planten. Vooral planten die gemakkelijk woekeren zoals bramen, brandnetels, distels en grassen varen er wel bij en verdringen de kwetsbare planten en bloemen in het (natuur)gebied.
- Daardoor verdwijnen niet alleen zeldzame planten maar ook vlinders en insecten die leven van deze planten. Teveel stikstof zorgt dus zowel voor minder diversiteit in plantengroei als in diersoorten. Onze natuur verarmt letterlijk.
- Dit heeft als gevolg dat het ecosysteem in de natuur verstoord wordt. Alles hangt immers met alles samen in de natuur. Elk levend organisme vormt een schakel in de voedselketen. Als soorten verdwijnen, gaan er andere soorten ook verdwijnen en zo ontstaat een domino-effect met nefaste gevolgen voor de natuur en onszelf.
- Door de zure bodems worden mineralen zoals calcium en magnesium minder goed vastgehouden in de bodem. Dit zijn echter belangrijke voedingsstoffen voor de planten. Uit onderzoek is gebleken dat vogels die leven van plantenzaden in bepaalde gebieden zwakke botten ontwikkelen door een te kort aan kalk in hun voedsel.
- Als je wandelt tussen de velden, zie je vaak algengroei in grachtjes, beken of meren. Teveel stikstof zorgt voor algengroei. De algen zorgen op hun beurt voor de verzuring van het water en een daling van het zuurstofgehalte waardoor er minder of geen waterplanten en vissen in kunnen leven.
- Stikstofoxiden in de lucht leiden tot de vorming van ozon (smog) en levert een behoorlijke bijdrage aan fijn stof. Stikstof draagt dus in belangrijke mate bij aan onze luchtvervuiling.
Europa en de natura-2000-gebieden
In de EU zijn er afspraken gemaakt om de Europese natuur te beschermen. De natura-2000-gebieden vormen een netwerk van beschermde natuurgebieden, verdeeld over alle Europese landen en zijn sindsdien onderhevig aan de Europese stikstofnormen. Nederland en België blijken de grootste stikstofuitstoot te hebben van alle Europese landen en moeten dus de strengste maatregelen nemen om hun natura-2000-gebieden te herstellen.
In Vlaanderen daalt jaarlijks 20 kg stikstof neer per hectare, in Nederland gaat het gemiddeld over 21 kg stikstof per hectare. Om natuurgebieden een kans te geven om zich te herstellen, zouden we rond 14 kg stikstof per ha per jaar moeten uitkomen.
Jammer genoeg liggen veel landbouwbedrijven dicht bij of zelfs langs natuurgebieden. Gezien ammoniak, momenteel het grootste probleem in het stikstofdossier, in de omgeving blijft hangen, heeft dit nefaste gevolgen voor het nabij gelegen natuurgebieden. Om die reden worden momenteel vooral de boeren geviseerd in het stikstofdossier.
Wat kunnen we zelf doen?
We kunnen zelf kleine stappen zetten. Zoals het spreekwoord zegt, vele kleine stapjes maken een groot verschil!
- We kunnen meer plantaardig gaan eten en ons vleesverbruik beperken. We kunnen melk vervangen door plantaardige melksoorten zoals amandelmelk, rijstmelk en havermelk. Hierdoor is er minder vee nodig en daalt de uitstoot van ammoniak.
- We kunnen zoveel mogelijk de fiets en het openbaar vervoer gebruiken. Het helpt ook om maximum 100 km per uur te rijden met een benzine of diesel auto. Hierdoor komen er minder stikstofdioxiden in de lucht.
- We kunnen inheemse planten zetten en invasieve exoten in onze tuinen vermijden. Deze laatste verdringen door hun snelle groei inheemse soorten.
- We kunnen de biodiversiteit in onze tuinen verhogen door tal van maatregelen. Bomen, hagen en een waterpartij kunnen een belangrijke bijdrage leveren. Hierdoor lokken we meer vogels, bijen en kleine zoogdieren naar onze tuinen.
- We kunnen alle gif weren uit onze tuinen en kiezen voor natuurlijke oplossingen bij problemen zoals nuttige insecten en aaltjes. Zo ondersteunen we de natuurlijke vijanden die van nature voorkomen.
Ook interessant om te lezen: