Junikever (Amphimallon solstitiale) is het kleinere broertje van de meikever en bereikt een grootte van 1,4 cm tot 1,8 cm. De junikever is over het volledige lichaam behaard met 'lange' haren. Hij heeft oranjebruine tot geelbruine dekschilden.

De larven van de junikever worden engerlingen genoemd, net zoals de larven van de rozenkever, sallandkever en meikever. Uiterlijk zien alle engerlingen er hetzelfde uit, met name gekrulde, witte larven met een grijs achterste en vooraan 3 paar poten. De engerling van de junikever heeft een ontwikkelingscyclus van twee jaar.

Junikever
Fig.1 - Junikever

Voedsel

De volwassen junikever voedt zich met bladeren van verschillende soorten loofbomen.

De junikever larve voedt zich met wortels van graszoden. Als de engerlingen in grotere getallen aanwezig zijn, kunnen ze volledige voetbalterreinen, golfterreinen evenals jouw gazon verwoesten.

Natuurlijke helpers van de junikever en zijn larven

Vleermuizen zijn natuurlijke vijanden van de junikever maar ook mezen en kraaien eten de volwassen kevers. De junikevers leven echter maar enkele weken waardoor ze snel terug uit het straatbeeld verdwijnen.

De engerlingen van de Junikever zijn twee jaar (soms drie jaar) in de grond aanwezig. Natuurlijke vijanden van de engerlingen zijn onder andere mollen, kraaien en andere vogels.

Vluchtpatroon van de junikever

Wanneer de eerste junikevers uitvliegen, hangt samen met de bodemtemperatuur in het voorjaar. Dit kan begin juni starten maar de piek wordt meestal half juni/ eind juni bereikt. De vluchten kunnen duren tot begin augustus.

Junikevers vliegen enkel uit bij valavond in tegenstelling tot de meikever die ook 's nachts vliegt. Op zoek naar een partner vliegt de junikever rond hoge objecten zoals elektriciteitspalen en hoge boomtoppen. Als een mannelijke junikever een vrouwelijke ontmoet laat het koppeltje zich gewoon uit de lucht vallen om zich voor te planten op de grond.

Levenscyclus en voortplanting van de junikever

Na paring leggen de vrouwtjes hun eitjes in de bodem, meestal op een diepte van 10 tot 25 cm. Na 4 tot 6 weken komen de eitjes uit.

De larven van de junikever (engerlingen) ontwikkelen zich door zich te voeden met wortels van graszoden en planten. Als de temperaturen dalen zullen de larven zich dieper in de grond verschuilen voor de vorst. Het volgende jaar zullen de larven vanaf half april tot oktober zich terug voeden om vervolgens terug dieper in de grond (40 cm) te overwinteren. Het daarop volgend voorjaar gaan de larven verpoppen.

Het popstadium van de junikever duurt opnieuw vier tot zes weken. Hierna wacht de volwassen kever tot er geschikte temperaturen zijn om uit de grond te komen.

Engerlingen van de Junikever bestrijden

De engerlingen van het eerste jaar zijn goed te bestrijden met B-green. De larven van het tweede jaar zijn goed te bestrijden met de nematodenmix B-green+.

Ben je niet zeker in welk larvenstadium de engerlingen zijn, kies dan voor B-green+.