Meikever (Melolontha melolontha) is een kever met een lengte tot 3 centimeter. De bruine dekschilden bevatten een fijne, witte beharing.
De larven van de meikever of engerlingen van de meikever kunnen tot 5 centimeter groot worden. De engerlingen doorgaan een cyclus van drie tot vier jaar, waarin ze elk jaar eten aan de wortels van het gras om te groeien tot hun volwaardige grootte. In de herfst van het eerste jaar (het jaar van de ei-afleg) heeft de engerling een grootte van ongeveer 1 tot 2 centimeter. In de tweede lente bereikt deze een grootte van 3 tot 3,5 centimeter. In het derde jaar voor de verpopping heeft deze een lengte van 4 tot 5 centimeter.

Voedsel
De volwassen meikever voedt zich met bladeren van loofbomen. Bladeren van de zomereik, beuk en haagbeuk horen bij de favorieten. Maar bladeren van de esdoorn, walnoot, wilg, hazelaar en verschillende soorten fruitbomen worden ook gegeten. Bij grote aantallen volwassen kevers kunnen volledige bomen verwoest worden.
De larven van de meikever eten aan de wortels van grassen maar vind je ook onder hagen en naaldbomen, vooral in bosrijke gebieden. Het eerste levensjaar voeden de larven zich met organisch materiaal en fijne wortels. De daaropvolgende jaren gaan ze dikkere wortels en jonge bomen aantasten. Dan veroorzaken ze de meeste schade.
Natuurlijke helpers
Vleermuizen, roofvogels en uilen voeden zich met de volwassen kevers.
De engerlingen daarentegen worden gegeten door mollen, kraaien, egels, zwijnen en dassen.
Vluchtpatroon van de meikever
De volwassen meikevers komen vanaf eind april - mei tevoorschijn en vliegen 's avonds en 's nachts. Overdag rusten de meikevers op takken van bomen en leven maar enkele weken. Ze vliegen tot begin juni.
Levenscyclus en voortplanting van de meikever
Na 10 tot 15 dagen zich te voeden met bladeren hebben de vrouwelijke kevers hun seksuele maturiteit bereikt en zijn ze klaar om zich voort te planten. Tijdens de voorplanting zal het mannetje zich op zijn rug laten vallen en voortgetrokken worden door het vrouwtje.

De meikever legt haar eitjes in de grond in kleine groepjes van 20 op een diepte van 10 tot 25 centimeter. Een vrouwtje kan 40 tot 80 eitjes afleggen. De meeste vrouwelijke meikevers sterven tijdens het leggen van de eieren, sommige kevers kunnen twee tot drie keer eitjes afleggen.
De eieren komen uit na 4 tot 6 weken.
De engerlingen zijn in de grond aanwezig vanaf eind juni, begin juli. Ze voeden zich tot het te koud wordt in het najaar omdat diep in de grond te overwinteren. In het tweede jaar zullen de engerlingen naar boven komen vanaf half april en zich opnieuw voeden tot eind oktober. In het derde en meestal laatste jaar, afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, begint de engerling terug te eten vanaf half april tot de engerling volledig ontwikkeld is, meestal juli. Hierna kruipt de engerling naar een diepte van 30-40 cm om te verpoppen.
Het popstadium van de meikeverlarve duurt enkele weken. Op het einde van de zomer is in de pop een volwassen kever gevormd. Deze komt echter nog niet tevoorschijn. De kever blijft in dit stadium nog enkele maanden in de grond om pas in mei naar boven te komen.
Zijn meikevers bedreigd?
Er wordt vaak beweerd dat meikevers een bedreigde soort zijn. Volgens de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren (Velt) is dit een mythe. Ze stellen dat de meikever simpelweg weinig zichtbaar zijn, omdat ze zich overdag in hagen verstoppen en juist ’s nachts actief zijn. Meikevers komen 's avonds op lichtbronnen af.