Sallandkever of Hoplia kever (Hoplia philanthus) is een kleine kever van 8 tot 9 mm. De kleur van zijn lichaam is bruinrood tot bruinzwart. Zijn dekschilden hebben een korte, donkere beharing.

De Sallandkever komt voor in open bossen, grasvelden en langs oevers van rivieren en meren. De larven van de Sallandkever (engerlingen) blijven twee jaar in de grond. In de winter trekken ze niet diep in de grond zoals de engerlingen van de rozenkever of meikever maar blijven ze onder de graszoden actief.

sallandkever
Fig.1 - Sallandkever

Wat eet de Sallandkever en zijn larven?

De volwassen Sallandkever voedt zich met bladeren van diverse planten, voornamelijk met bladeren van haagbeuk, beuk en berk. Je kan hem ook vinden op wilgen, jonge fruitbomen, dennen en soms op bloemen.

De larven van de Sallandkever leven in graszoden en voeden zich met graswortels. In bossen voeden ze zich met rottend hout.

Natuurlijke helpers

Zangvogels zoals mezen, lijsters en zwaluwen eten volwassen kevers die ze tijdens de vlucht of op planten zien zitten. Maar ook kruisspinnen en grote loopkevers kunnen deze kleine kevers grijpen en opeten.

De engerlingen in de grond zijn voedsel voor onder andere vogels die het gras daardoor kapot pikken. Ondergronds worden de engerlingen gegeten door mollen, egels en muizen. Ook grotere zoogdieren zoals zwijnen en dassen graven naar de larven in weilanden.

Vluchtpatroon

De volwassen Sallandkever komt begin juni tevoorschijn en kan vliegen tot augustus, maar kan ook vroeger en later worden waargenomen. De kever is het actiefste overdag rond 14:00 uur in tegenstelling tot de meikever die voornamelijk bij valavond actief is.

Levenscyclus en voortplanting van de Sallandkever

Na twee tot drie weken zich te voeden met bladeren (noemt men rijpingsvraat) zijn de vrouwtjes klaar om zich voortplanten en eitjes te leggen. De Sallandkever legt haar eitjes in de grond in groepjes van 25 tot 40 op een diepte van 10 tot 15 centimeter in een omgeving van 10 meter. Dit gebeurt in juni en juli.

De eitjes komen uit na 3 tot 5 weken.

De eerste larven komen uit de eitjes te voorschijn vanaf eind juni. Deze engerlingen voeden zich aanvankelijk van humusrijk materiaal om daarna wortels aan te vreten. De engerlingen van de Sallandkever zijn ongevoelig voor vorst en kunnen het hele jaar terug gevonden worden onder de graszoden. Ze overwinteren twee jaar in de grond om na de tweede overwintering te verpoppen. De verpopping heeft plaats in mei en duurt ongeveer 4 weken. De volgende generatie verschijnt begin juni.

Engerlingen van de Sallandkever bestrijden

In geval van massale aanwezigheid kunnen de larven aanzienlijke schade aanrichten aan gazons, sierplanten en jonge bomen door het eten van wortels. Dit kan leiden tot bruine plekken in het gras en loszittende grasmatten. Daarnaast kunnen vogels en andere dieren extra schade veroorzaken door op zoek te gaan naar de larven.

Engerlingen van de Sallandkever kunnen bestreden worden met B-green aaltjes. Deze aaltjes gebruik je bij een bodemtemperatuur van 12°C of meer; in ons land is dit meestal vanaf mei tot oktober. Het is aangeraden om zowel in het voorjaar als de zomer te behandelen. In de zomer tref je daarmee de net uit de eitjes gekomen larven.