Het gaat hier niet over schadelijke of nuttige bodeminsecten maar over bodembeestjes tout court! Alle bodembeestjes zijn namelijk nuttig en vervullen een functie in de bodem. Sommige zijn ook schadelijk voor levende planten en zien we daarom liever niet.
Alles is echter een kwestie van eten en gegeten worden. Wij als mens kunnen onze bodem vernietigen of verrijken. Hoe meer we streven naar een levende bodem, hoe meer we onze planten beschermen tegen ziektes en plagen.
De bodem is een wereld op zich! In een handje vol grond krioelt het van leven! Wetenschappers beseffen dat ze nog maar een klein stukje hiervan in kaart hebben gebracht en er zijn nog vele vragen hoe alles functioneert. Alleszins veel briljanter dan wij ons kunnen voorstellen! Mijn intentie met dit artikel is je een kleine inkijk te geven op de meest bekende bodeminsecten en hun functies.
Regenwormen

De regenworm is volgens mij één van de bekendste bodeminsecten. En bijna iedereen weet dat ze belangrijk zijn voor onze bodem. Er zijn 25 regenwormsoorten bekend.
Hun glibberig lichaam bestaat uit vele ringen met een verdikking. Die verdikking op hun lichaam is belangrijk voor de voortplanting. Als kind is me bijgebleven dat een regenworm verder kan leven als je hem doorhakt. Regenwormen hebben geen kop. Zuurstof wordt er opgenomen via de huid die gevoelig is aan licht.
Regenwormen planten zich voort via eitjes. Tussen 1 à 5 maanden komen de jonge wormen uit de eitjes. Ze hebben dan nog anderhalf jaar nodig om volwassen te worden. Regenwormen leven in de natuur enkele jaren maar kunnen in beschermde omgevingen zelfs 9 tot 10 jaar oud worden.
Drie types regenwormen:
- De strooiseleters: diegenen die zich in de strooisellaag bevinden en daar het bladafval in de bodem trekken en mengen met de bovenste grondlaag. Het lichaam is volledig roodbruin gekleurd, dit beschermt hen tegen het zonlicht.
- De bodemwoelers: deze leven in de bodem, net onder de strooisellaag of dieper tot 25 cm. Ze zijn bleek van kleur.
- De diepgravers of pendelaars: ze graven diepe, verticale tunnels waarbij ze organisch materiaal van de bovenste lagen dieper de grond in trekken. Vaak meer dan 1 m diep. Het zijn de grootste wormen in België en Nederland. Hun diepe tunnels zorgen voor een betere bodemstructuur en goed water afvoering. Hun kop is gekleurd maar de rest van hun lichaam is bleek.
Belang van de regenworm
Regenwormen zijn ongelooflijke werkers in de bodem. Ze zorgen voor een vruchtbare bodem; ze poepen al het verteerd organisch materiaal terug uit als vruchtbare meststof. Dankzij de gangen die ze graven, zorgen ze voor een betere beluchting en waterhuishouding. En bovendien, dankzij de regenworm komt er meer bodemleven. Schimmels en bacteriën groeien op de uitwerpselen van de regenworm en dienen op hun beurt weer als voedsel voor andere bodeminsecten. Met regenwormen verandert je bodem letterlijk! Wil je hierover meer lezen?
Natuurlijke vijanden van de regenworm
De grootste natuurlijke vijand van de regenworm is de mol. Maar ook andere kleine zoogdieren zoals muizen, spitsmuizen, egels en dassen. En uiteraard tal van vogels zoals merels, kraaien, roodborstjes en zelfs buizerds. Ook geleedpotigen zoals de duizendpoot lusten regenwormen. Sommige vliegensoorten leggen hun eitjes in de regenworm.
Springstaartjes
Springstaartjes hebben een veel minder goed imago dan de regenworm. Nochtans maken ook zij deel uit van het bodemleven en vervullen ze hierin een belangrijke functie. Onwetendheid leidt vaak tot argwaan… bovendien kunnen springstaartjes ook in kamerplanten of potplanten vorkomen, wat hun reputatie niet ten goede komt! Alles weten over springstaartjes?
Pissebedden

Wel bekend maar door velen niet geliefd! Misschien ligt het aan hun krokodilachtige lichaam dat er griezelig uitziet?! Eigenlijk zijn pissebedden geen insecten maar verwant met de kreeften en krabben. Er zijn dan ook zowel land- als zeepissebedden.
Je hoeft vaak maar enkele stenen op te heffen om pissebedden te vinden. Ze leven van nature op vochtige plaatsen in en op de bovenste grondlaag. Je vindt ze zowat overal: in bossen, weilanden, tuinen, onder bloempotten, … Maar soms zie je ook pissebedden in huis: vooral in vochtige kelders maar ook op andere vochtige plekken in huis.
Pissebedden hebben nog kieuwen waarmee ze ademen, een overblijfsel van de tijd dat ze zeedier waren. De kieuwen moeten vochtig blijven, vandaar dat ze in vochtige omgevingen verblijven.
Naargelang de soort, zijn pissebedden tussen enkele millimeters en 3.5 cm lang. Volwassen pissebedden hebben 7 poten, een hard pantser en meestal ook ogen waar ze echter niet goed met kunnen zien.
Pissebedden moeten niet bevrucht worden om eitjes te kunnen leggen. Onbevruchte eitjes leiden tot vrouwelijke nakomelingen. De vrouwtjes hebben een broedzak tussen hun poten waarin de eitjes zich ontwikkelen tot jongen. Als de jonge groot genoeg zijn, scheurt de broedzak en vallen ze op de grond. Vanaf dan zijn de pissebedden zelfstandig. Ze eten de keutels van de oude pissebedden om zo de juiste bacteriën in hun darmen te krijgen. . Omwille van het pantser moeten de pissebedden om de drie weken vervellen om te kunnen groeien. Een pissebed wordt gemiddeld 1 tot 2 jaar oud.
Belang van pissebedden
Wat eten pissebedden? Net als de springstaartjes helpen de pissebedden bij het opruimen van organisch materiaal. Ze eten voornamelijk rottend hout en bladeren maar ook dode wortels, paddenstoelen en zelfs kadavers. Ze zijn één van de belangrijke afvalopruimers in de bodem. Hierdoor komen er voedingsstoffen vrij voor de omringende planten en bomen.
Natuurlijke vijanden van pissebedden
Sommige soorten rollen zich op tot een bolletje als ze gestoord worden en beschermen zichzelf op die manier.
Voor de meeste spinnen zijn pissebedden niet interessant omwille van het harde pantser maar ze zijn wel het lievelingsmenu van de roodwitte celspin (Dysdera crocata). Haar kaken zijn zo sterk dat ze het pantser van de pissebed kan opensnijden. Je vindt deze spin dan ook vaak in de buurt van pissebedden.
Verder staan pissebedden op het menu van egels, kikkers, padden, spitsmuizen en vogels.
Ook aaltjes zijn natuurlijke vijanden van pissebedden. Heb je een pissebedden plaag of overlast van pissebedden? Je kan bij Rootsum een aaltjesval tegen pissebedden kopen om pissebedden te bestrijden.
Engerlingen

Engerlingen, larven van keversoorten zoals de rozenkever, meikever of junikever, zijn vooral bekend als plaaginsect. Je vindt ze terug in gazons, golfterreinen en sportvelden; sommige soorten ook onder struiken en bomen. De volwassen kevers doen geen bijzondere schade en voeden zich aan loofbomen. De larven eten wortels van grassen en bomen.
Natuurlijke vijanden van engerlingen
Engerlingen zijn een geliefkoosd menu voor kraaien en spreeuwen. Als je engerlingen hebt, komen ze in je gazon pikken op zoek naar larven. Verder zijn de vleeermuizen en steenuiltjes natuurlijke vijanden van engerlingen. Maar ook grotere zoogdieren zoals mollen, egels, dassen, vossen en wilde zwijnen.
Dolkwespen hebben zich gespecialiseerd in het parasiteren van engerlingen. In Nederland zijn de eerste dolkwespen gesignaleerd eind 2022.
Heb je een plaag van engerlingen die je wilt bestrijden, kan je bij ons terecht voor aaltjes tegen engerlingen.
Meer lezen over de verschillende engerlingen soorten en aaltjes als bestrijdingsmiddel?
Duizendpoot

Duizendpoten blijken voor vele mensen echte griezels. Vooral het feit dat ze zich zo flexibel, snel en kronkelend kunnen voortbewegen maakt hen onvoorspelbaar. Bovendien zijn het gevaarlijke rovers. Ze behoren tot de geleedpotigen waartoe ook de miljoenpoten behoren maar deze laatsten zijn veel zachtmoediger.
Duizendpoten zijn gevoeliger voor droogte dan miljoenpoten, daarom zijn ze voornamelijk ’s nachts of na regenbuien actief. Ze bewegen zich in de bovenste grondlaag tussen de bladeren, afgestorven planten en rottend hout. Donkere en vochtige omgevingen vormen hun natuurlijke habitat. Het zijn echte buitendiertjes. In zeer vochtige huizen kan je een bepaalde soort duizendpoot ook binnenshuis aantreffen. Ze doen daar echter geen schade.
Duizendpoten zijn gemiddeld tot 5 cm lang in onze gebieden. In de tropen kunnen ze veel groter worden. Ze hebben een afgeplatte kop en langwerpig lichaam met vele segmenten. Aan elk segment bevindt zich één paar poten. Een miljoenpoot heeft twee paar poten per segment. Het totaal aantal poten verschilt naargelang de soort duizendpoot.
De duizendpoot heeft vooraan aan de kop gifkaken die zijn ontstaan uit het voorste potenpaar, daarom worden ze ook gifpoten genoemd. Verder heeft hij opvallende antennes die als tastorgaan dienst doen. Met het gif injecteert hij zijn prooien die daarvan sterven. Sommige soorten scheiden ook een feromoon (geurstof) af om hun aanvallers af te schrikken. Van hun prooien blijft niets meer over dan het chitinepantser. Duizendpoten kunnen ook mensen steken met hun gifkaken, wat aanvoelt als een wespensteek.
De voortplanting gebeurt meestal zonder copulatie. Het mannetje laat een spermapakket achter voor het vrouwtje die zichzelf daarmee bevrucht als ze passeert. Het vrouwtje zorgt voor de eitjes en de jongen tot ze het nest verlaten. Bij sommige soorten gaan de jongen zich voeden met het lichaam van de moeder. Ze laten letterlijk hun leven voor hun jongen! Pas na enkele jaren is de duizendpoot volwassen. Als nimf heeft hij minder segmenten en poten als de volwassen dieren.
Belang van de duizendpoot
Duizendpoten zijn nuttige diertjes. Het zijn echte carnivoren. Ze eten allerlei insecten, rondwormen, witte wormen en zelfs regenwormen. Ook pissebedden, kleine slakjes, mijten en spinnen staan op het menu. Via hun uitwerpselen brengen ze terug voedingsstoffen beschikbaar in de bodem.
De grootste duizendpoten, die dus niet bij ons leven, doen zich zelfs tegoed aan reptielen, amfibieën, kleine zoogdieren en vogels.
Natuurlijke vijanden van duizendpoot
Duizendpoten worden gegeten door grotere roofinsecten zoals loopkevers, muizen, spinnen (ze staan dus op elkaars menu) en slangen.
Slakken

Niet veel mensen zijn zot op slakken. De reden is niet ver te zoeken: sommige slakken voeden zich immers met onze geliefkoosde tuinplanten. Toch maken ook slakken een belangrijk onderdeel uit van ons bodemvoedselweb en eten lang niet alle slakkensoorten levende planten.
Slakken kunnen niet tegen droge omstandigheden, daarom zie je ze zelden in droge zomers maar vooral in vochtige periodes. Ook huisjesslakken trekken zich terug in hun huisje als het te warm wordt. Meer weten over naaktslakken?
Belang van slakken
Sommige soorten zoals de gewone wegslak kunnen veel schade aanrichten aan levende planten. Het grootste deel van de slakken leeft echter van dood, organisch materiaal, verteert dit in haar darmkanaal en poept het terug uit. Net als bij de regenwormen zijn de uitwerpselen van slakken bijzonder rijk aan voedingsstoffen en dus meststof voor de planten.
Natuurlijke vijanden van slakken
Slakken worden gegeten door veel zoogdieren en vogels. Denk maar aan egels, kikkers, padden, salamanders, spitsmuizen, ringslangen, … Ook bepaalde insecten zoals spinnen, nematoden en loopkevers spelen een belangrijke rol in de slakkenbestrijding. Hoe meer diversiteit aan natuurlijke vijanden je in je tuin hebt, hoe kleiner de kans is dat slakken een plaag gaan vormen.
Hun populatie wordt bepaald door twee factoren. Hoe meer voedsel er is, hoe meer slakken kunnen ontwikkelen. Hoe meer slakken, hoe meer natuurlijke vijanden hierop kunnen overleven. Doel is dat beide groepen elkaar in balans houden.
Dat er plantjes kunnen sneuvelen is normaal. Wil je jonge kiemplantjes beschermen, gebruik dan onze anti-slakkenringen. Deze hebben geen invloed op de bodem en jij bent gerust dat je plantjes zullen groeien.
Heb je een slakkenplaag, kan je gebruik maken van NO-slug, aaltjes tegen slakken. De aaltjes bouwen de populatie naaktslakken af in de grond. Goed om tegelijkertijd te achterhalen waarom je te weinig natuurlijke vijanden hebt in je tuin. Want zonder roofdieren ga je zelf moeten blijven ingrijpen!
Mier

De mier is een bodeminsect dat we absoluut niet mogen vergeten. Wist je dat het gewicht van alle mieren op aarde hetzelfde of zelfs groter is dan het gewicht van alle mensen op aarde! Ongelooflijk hé! In onze tuinen komt de zwarte wegmier het meest voor.
Meestal zijn mieren zwart, bruin of rood maar ook gele, groene, zilver- en goudkleurige mieren komen voor. Ze heeft drie paar poten, voelsprieten, facetogen en vooral grote kaken. Haar wespentaille verraadt haar familiale link met de wesp.
Aan mieren kunnen wij mensen een voorbeeld nemen. Ze leven nooit alleen en zijn ontzettend goed in samenwerken. Ze hebben onderling een strakke, efficiënte taakverdeling. De voortplanting is voorbehouden voor de koningin. De werkers doen al de rest: sommigen zijn soldaat en houden de wacht, anderen verzorgen de larven, nog anderen gaan om voedsel, andere mieren tuinieren in hun schimmeltuinen, nog anderen halen bladluizen naar hun kolonie om die te melken als koeien, ze smeden samenwerkingsverbanden met andere dieren of zelf planten. In ruil voor zoete suikerafscheiding beschermen mieren sommige planten of de bladluizen tegen hun natuurlijke vijanden. Meer weten over mieren?
Het belang van de mieren
Sommige mierensoorten zijn herbivoren: ze eten en verspreiden zaden. Andere soorten zijn carnivoren en houden daarmee insectenplagen onder controle. Nog anderen woelen de bodem om op zoek naar voedsel en zorgen voor een gezonde voedingsbodem. Ze spelen dus een essentiële rol in het opruimen van plantaardige en dierlijke resten.
Natuurlijke vijanden van mieren
De mieren hebben in onze gebieden niet zoveel natuurlijke vijanden. Slangen, padden, hagedissen en bepaalde vogels eten mieren. Daarnaast bestaan er ook aaltjes die de larven van de mieren parasiteren.
Mieren kunnen zeer vervelend zijn; denk maar aan mieren die binnenshuis komen of je gazon volledig omwoelen. Als je de mierennesten kunt vinden, kan je deze bestrijden met Mier-run.
Bodemmijten

Bodemmijten zijn insecten waarvan de meeste onder ons het bestaan niet kennen. Ze zijn dan ook onnoemlijk klein, met name tussen 0.1 tot 2 mm groot. Sommige bodemmijten zijn dus met het blote oog niet te zien.
Mijten leven in de bovenste grondlagen waar ze het meeste voedsel vinden. Om je een idee te geven: in een handje grond kunnen tot 60.000 mijten voorkomen. Ze kunnen zelf niet graven maar gebruiken de tunnels van andere dieren om dieper in de grond door te dringen.
Mijten kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten, er is dus geen mannetje voor nodig. Uit de eitjes komen nimfen, dat zijn precies mini-mijtjes. Bodemroofmijten leven tussen een half jaar en vier jaar, afhankelijk van de soort.
Het belang van bodemmijten
Bodemmijten zijn bijzonder nuttig. Ze voeden zich met insectenlarven, andere roofmijten, springstaarten, eitjes van vliegen, muggen en aaltjes (nematoden). Bovendien breken ze oud plantenmateriaal af, al dan niet in samenwerking met bacteriën en schimmels. Dit betekent nieuwe voedingsstoffen voor de aanwezige planten.
Natuurlijke vijanden van bodemmijten?
Bodemmijten worden gegeten door andere bodemroofdieren zoals spinnen, duizendpoten en oorwormen.
Bacteriën

Bacteriën behoren tot de groep van micro-organismen, het zijn geen diertjes of insecten. Ze zijn klein, ongeveer maar 1 duizendste millimeter en zien er uit als bolletjes en staafjes. Van alle biomassa op aarde is 12 % bacterieel. Ze leven echt overal, in de grond tot wel 5 km diep maar evengoed in de atmosfeer.
Vele miljarden bacteriën vind je in een handje grond. Ze kunnen ongelooflijk lang leven. De oudst levende bacteriën zijn gevonden in permafrost afzettingen in Siberië en Antarctica en waren een half miljoen jaar oud.
Een bacterie op zichzelf is niets maar ze vormen complexe samenwerkingsvormen waardoor ze uitzonderlijke dingen kunnen doen.
Bacteriën gebruiken ondergronds een antibiotica in hun strijd tegen rivalen. Wetenschappers zijn dit op het spoor gekomen en hebben hierdoor een antibioticum gevonden dat ongevoelig is voor resistentie.
Het belang van bodembacteriën?
Bacteriën vervullen enorm veel verschillende functies die essentieel zijn voor het leven op aarde. Er zou zelfs geen leven zijn zonder bacteriën! Het aantal functies is niet te benoemen maar er zijn wel enkele bekende functies die ik hier wil aanstippen.
- Duizenden soorten bacteriën houden zich bezig met de afbraak van afgestorven plantendelen en ander organisch materiaal. Zij zorgen ervoor dat de minerale voedingsstoffen vrij komen en kunnen worden opgenomen door de plantenwortels. Ze ontbinden dus eenvoudige koolstofverbindingen.
- Rhizobacteriën leven in de plantenwortels van vlinderbloemigen zoals klavers en erwtjes. Ze worden gevoed met de suikers die de planten hen geven. In ruil daarvoor zetten ze stikstofgas om in ammonium, een stikstofvorm die voor de plant opneembaar is. Ze binden dus stikstof uit de lucht en stellen deze ter beschikking van de planten.
- Er zijn ook bacteriën die vervuiling in de grond en broeikasgassen kunnen afbreken.
Bacteriën houden voedingsstoffen vast. Zolang die voedingsstoffen, met name stikstof, in de bacteriën zitten, kunnen ze niet uitspoelen in de bodem. Als een bacterie wordt opgegeten door een nematode of ander bodemorganisme, komt de stikstof vrij en beschikbaar voor de planten. Hoe meer bodemleven, hoe meer stikstof gedoseerd vrijkomt voor de planten. Gezonde planten die geen overdaad aan stikstof krijgen, zijn minder gevoelig aan insectenvraat en schimmels.
Natuurlijke vijanden van bacteriën
Protozoa zijn grote micro-organismen, groter dan bacteriën dus. Zweephaardiertje en trilhaardiertjes zoals de pantoffeldiertjes behoren tot deze groep. Er zijn 200 soorten protozoa bekend die in de bodem leven. Bacteriën worden gegeten door protozoa en nematoden. Per dag kan een protozo wel tienduizenden bacteriën eten. En dan te bedenken dat in een theelepel grond wel duizenden protozoa zitten. Dan weet je hoe belangrijk protozoa zijn bij het vrijmaken van stikstof voor de planten.
Aaltjes

Net als bacteriën zijn aaltjes overal aanwezig. In vochtige bodems, mos of algen, bomen, rivieren, zeeën, dieren en mensen. In de Nederlandse bodems komen 1200 verschillende aaltjes soorten voor waarvan er 100 schadelijk zijn voor planten. Ze leven in een dun laagje water rond de zandkorrels in de bodem.
Aaltjes zijn witte wormpjes van 0.1 tot 1 mm lang. Ze hebben geen maag en kneden het voedsel door hun lichaam te bewegen. De vertering van het voedsel gebeurt in de darmen. Meer weten over aaltjes?
Het belang van aaltjes
Aaltjes eten niet allemaal hetzelfde. Sommigen eten schimmels, anderen weer bacteriën. Sommige soorten voeden zich met plantenwortels, de plantenetende nematoden. Sommige aaltjes eten soortgenoten of anderen parasiteren insecten zoals keverlarven en slakken. Deze laatsten, de insectetende nematoden, zijn de aaltjes die je kan kopen bij Rootsum.
De grote diversiteit aan aaltjes houden het ecosysteem in balans: eten en gegeten worden. Hierdoor maken ze voedingsstoffen vrij voor de planten, samen met de andere bodemorganismen.
Natuurlijke vijanden van aaltjes
Worteletende nematoden worden gegeten door roofnematoden en schimmels die nematoden vangen. De schimmels voeden zich met de eiwitten van de ontbindende aaltjes. Maar ook springstaartjes en mijten voeden zich met aaltjes.
Ook interessant om te lezen:
- De bodemkwaliteit is de basis voor meer biodiversiteit
- Aaltjes zijn heel gewoon!
- Spitsmuizen zijn geen gewone muizen
- Tuinmieren, vervelend of nuttig?
Andere interessante website met betrekking tot bodem: