We moeten stoppen met onze inheemse planten onkruid te noemen! Om je een idee te geven van de rijkdom aan inheemse flora, geef ik voor elke tuinbiotoop bloemrijke keuzemogelijkheden.
Inheemse bomen en struiken
Inheemse bomen en struiken zijn een must voor een biodiverse tuin. Insecten, vogels en kleine zoogdieren worden als een magneet tot deze habitat aangetrokken. Vroegbloeiende struiken zoals wilg, sleedoorn en gele kornoelje geven nectar aan de eerste hommels en bijen terwijl in de winter de vogels zich te goed doen aan de bessen. De grote bomen vormen mycorrhizaschimmels tussen de bomen in de grond, wat de bodemstructuur sterk verbetert.

Met struiken en bomen planten heb je snel een mooi resultaat in je tuin. Echt autochtone bomen zijn nog zeldzaam te vinden. De meeste soorten zijn cultivars. Hieronder een kleine selectie van nuttige bomen voor de biodiversiteit:
- Hazelaar, Corylus avellana: blijft klein, bloeit januari-februari, hazelnoten voor vogels en eekhoorns.
- Sporkehout, Rhamnus frangula: blijft klein, bloeit van mei tot september, vruchten voor vogels, waardplant voor citroenvlinder en boomblauwtje.
- Veldesdoorn of Spaanse aak, Acer campestre: tot 12 m hoog, kleine esdoornsoort, voedsel voor appelvink en groenling.
- Gele kornoelje, Cornus mas: tot 6 m grote struik, nectarplant en eetbare vruchten.
- Rode kornoelje, Cornus sanguinea: < 6 m, waardplant van het Groentje en bessen voor vogels.
- Winterlinde, Tilia cordata: tot 25 m hoog, geurende bloemen voor bijen en hommels, waardplant voor vliegend hert.
- Zomerlinde, Tilia platyphyllos: tot 30 m hoog, nectarplant.
- Wilde lijsterbes, Sorbus aucuparia: tot m hoog, geurende bloemen en eetbare bessen, vogelboom.
- Wilg, o.a. Salix alba en Salix caprea (kleine soort): 10 inheemse soorten, trekt de meeste insectensoorten aan van alle inheemse boomsoorten.
- Gewone esdoorn, Acer pseudoplatanus: tot 30 m hoogte, bloeit met geelgroen hangende trossen.
- Wintereik, Quercus petraea: tot 40 m hoogte, eikels zijn geliefd bij kleine zoogdieren en wilde varkens.
- Zomereik, Quercus robur: tot 20 m, eikels als vruchten.
- Ratelpopulier, Populus tremula: pioniersboom, waardplant voor Kleine weerschijnvlinder en Grote ijsvogelvlinder.
- Tamme kastanje, Castanea sativa: tot 30 m hoogte, nectarplant en eetbare vruchten.
- Beuk, Fagus sylvatica: tot 40 m hoogte groenbladig, waardplant voor meikever en vliegend hert, eetbare vruchten voor kleine zoogdieren.
- Zwarte Els, Alnus glutinosa: tot 20 m hoogte, eetbare vruchten voor dieren, zaden belangrijk voor Sijs en Putter.
- Gewone Es, Fraxinus excelsior: tot 40 m hoogte, waardplant voor het vliegend hert, vruchten voor dieren.
Inheemse haagplanten
Hagen en heggen zijn een natuurlijke afsluiting en vervangen houten of kunststoffen schuttingen. Vanzelfsprekend hebben ze een uitgesproken meerwaarde ten opzichte van schuttingen. Ze bloeien, geven bessen, bieden schuilplaats aan insecten en vogels, bieden schaduw en zorgen dat kleine zoogdieren zich kunnen verplaatsen van tuin naar tuin.
Naargelang de grootte van je tuin, kan je kiezen voor smalle hagen of hagen die een meter of breder worden.
Inheemse planten voor hagen, heggen en houtkanten vind je hier.
Inheemse vaste planten

Meestal plaatsen we een bijenhotel maar we vergeten dat de solitaire bijen ook voedsel nodig hebben. Zorg dus in eerste instantie voor de nodige nectarplanten en hang daarna pas een bijenhotel. Solitaire bijen leggen maar een kleine afstand af op zoek naar stuifmeel en nectar. Hieronder enkele voorbeelden van bloeiende vaste planten voor de zon:
- Enkelbloemige stokroos, Alcea rosea: bloeit van juli tot oktober, ingeburgerd, bijen en vlinderplant.
- Beemdooievaarsbek, Geranium pratense: paarse bloemen in juni en juli, waardplant voor het bruin blauwtje (dagvlinder), trekt veel wilde bijen, hommels en vlinders aan.
- Damastbloem, Hesperis matronalis: zon-halfschaduw, bloeit van mei tot juli. Waardplant voor verschillende rupsen van dagvlinders en motten.
- Echte heemst, Althaea officinalis: bloeit van juli tot september, trekt bijen en vlinders aan.
- Echte guldenroede, Solidago virgaurea: zeldzaam, bloeit vn juli tot oktober met gele bloemen, goed voor wilde bijen en zweefvliegen.
- Gewone margriet, Leucanthemum vulgare: bloeit van mei tot september, trekt wilde bijen, zweefvliegen en dagvlinders aan.
- Grote kaardebol, Dipsacus fullonum: zeer populair bij bijen, hommels en vlinders. Zaadjes geliefd bij distelvink.
- Ijzerhard, verbena officinalis: bloeit van juni tot oktober, geliefd bij hommels en vlinders.
- Steenanjer, Dianthus deltoides: bodembedekkend, bloeit van juni tot september.
- Grote kattestaart, Lythrum salicaria: vraagt vochtige grond, bloeit van juni tot september, trekt wilde bijen en dagvlinders aan. Waardplant voor het boomblauwtje.
- Muskuskaasjeskruid, Malva moschata: roze bloemen van juni tot september. Wilde bijen, hommels en vlinders worden aangetrokken. Waardplant voor de distelvlinder; Zaden zijn geliefd bij de distelvink en groenling.
- Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris): bloeit van juni tot oktober.
- Sedum soorten: bloeien tussen juni en september naargelang de variëteit.
- Struikheide, Calluna vulgaris: bloeit juli-oktober, trekt veel verschillende bestuivers aan, ook graafbijen en gewone wepsen. Waardplant voor de gewone heispanner. Er zijn nog andere inheemse heisoorten zoals gewone dophei en rode dophei.
- Veldsalie, Salvia pratensis: paars-blauwe bloemen van mei tot juli.
- Wilde chicorei, Cichorium intybus: lichtpaarse bloemen van juli tot augustus, trekt insecten en vlinders aan.
- Zwarte toorts, Verbascum nigrum: bloeit van juni tot september met gele bloemenaren. Waardplant voor wespvlinders en de kuifvlinder.

Inheemse planten voor de schaduw

Schaduwplanten zijn planten die van nature voorkomen in bossen of langs bosranden. Ze kunnen in tuinen gebruikt worden langs bosranden of als onderbegroeiïng onder struiken en bomen.
Schaduwplanten hebben in het algemeen weinig opvallende bloemen. Ik selecteerde hier enkele inheemse soorten met mooie bloei.
- Bosandoorn, Stachys sylvatica: halfschaduw, juni-augustus.
- Bosanemoon, Anemone nemorosa en Anemone ranunculoides: bosplant, bloeit maart-mei.
- Bosvergeet-mij-nietje, Myosotis sylvatica: schaduwplant, bloeit mei-juli.
- Donkere ooievaarsbek, Geranium Phaeum: echte schaduwplant, bloeit vanaf mei tot september. Niet inheems maar wel ingeburgerd.
- Geelgroene vrouwenmantel, Alchemilla xanthochlora: halfschaduw-schaduw, bloeit van mei tot oktober, echte heemplant.
- Breed klokje (Campanula latifolia): hoge plant tot 90 cm, groeit in de schaduw, bloeit in juni-juli.
- Grote muur, Stellaria holostea: zon tot halfschaduw, bosrand, bloeit van april tot juni.
- Kruipend zenegroen, Ajuga reptans: schaduwplant, groeit ook in gras. Bloeit van mei-juni, bijenplant.
- Slanke sleutelbloem, Primula elatior: bloeit samen met bosanemoon, vraagt vochtige, voedselrijke bodem in halfschaduw.
- Vingerhoedskruid, Digitalis purpurea; schaduw en half-schaduw bloeit van mei tot oktober, hommelplant.
- Wilde Judaspenning, Lunaria rediviva: halfschaduw-zon, geurende bloemen, bloeit van mei tot juli.
- Wilde akelei, Aquilegia vulgaris: half schaduwplant tot schaduw, bloeit in mei en juni.
Inheemse fruitstruiken en fruitbomen

Onze courante fruitsoorten zoals appel, peer, pruim en kers zijn van oorsprong uit Azië afkomstig. De Grieken en Romeinen hebben de fruitsoorten verspreid over West-Europa. Fruitsoorten zoals appel, peer, pruim en kers worden als inheems beschouwd.
Momenteel is er een groot aanbod van geselecteerde rassen voor elke fruitsoort. Pomologische verenigingen proberen zoveel mogelijk oude rassen in stand te houden.
Fruitsoorten die oorspronkelijk van hier waren:
- Gewone braam, Rubus fructicosus en dauwbraam (Rubus caesius): bosvruchten.
- Blauwe bosbes, Vaccinium myrtillus: bosvrucht.
- Sleedoorn, Prunus spinosa: voorloper van pruim, tot 3 m hoog, stuifmeel en nectarplant, vruchtdragend.
- Gewone vlier, Sambucus nigra: nectarplant, bloemen en bessen zijn eetbaar.
- Bosaardbei, Fragaria vesca: bijenplant en waardplant voor de aardbeivlinder, eetbaar.
Inheemse bloembollen

Er zijn maar weinig echte inheemse bloembollen. Stinzenbollen of verwilderingsbollen kunnen ook gebruikt worden omdat ze al vele eeuwen bij ons aanwezig zijn waardoor inheemse insecten deze planten rijkelijk bezoeken. Stinzenbollen verwilderen na 3 jaar.
- Boerenkrokus, Crocus tommasinianus: paarse bloei in februari-maart; zon.
- Boshyacint, Hyacinthoides non-scripta: blauw-paarse bloei in april-mei, half-schaduw.
- Bostulp, Tulipa sylvestris: gele bloei in april en mei; zon en halfschaduw.
- Gewone vogelmelk, Ornithogalum umbellatum: witte bloei in mei en juni, zon en halfschaduw.
- Herfstkrokus, crocus speciosus: stinzenbol, bloeit in oktober-november op zonnige plaatsen met paars-blauwe bloemen.
- Herfsttijlloos, Colchicum autumnale: roze bloei van augustus tot oktober, zon en halfschaduw, vocht.
- Lelietje-van-dalen, Convallaria majalis: halfschaduw, bloeit mei-juni, geurend.
- Sneeuwklokje, Galanthus elwesii: witte bloemen in februari-maart; zon en halfschaduw.
- Vroege sterhyacint, Scilla bifolia: blauwe bloei in maart-april, stinzenbol, halfschaduw en vochtige standplaats.
- Sneeuwroem, Chionodoxa luciliae: blauwe bloei van februari tot april; stinzenbol; zon en halfschaduw.
- Kievitsbloem, Fritillaria meleagris: paarse bloemen in april-mei; zon en vochtig.
- Zomerklokje, Leucojum aestivum: witte bloei tussen april en juni; natte, zonnige standplaats.
Eetbare, inheemse planten

- Boerenwormkruid, Tanacetum vulgare: zonneplant, bloeit van juli tot september.
- Brandnetel, Urtica dioica: jonge scheuten eetbaar.
- Daslook, Allium ursinum: schaduwplant, wilde uiensoort, bloeit april – juni.
- Driekleurig viooltje, viola tricolor: bloeit april-mei, eetbare bloemen.
- Maarts viooltje, violla odorata: bodembedekker, bloeit maart-april, eetbare bloemen.
- Doorlevende venkel, Foeniculum vulgare: ingeburgerd, bloeit juli-september, zaden worden gebruikt in de keuken.
- Gewone engelwortel, Angelica sylvestris: ingeburgerd, bloeit van juli tot november.
- Goudsbloem, Calendula officinalis: ingeburgerd, bloeit van mei tot november.
- Look-zonder-look, Alliaria petiolata: bosrand, knoflookgeur, bloeit april tot juni.
- Paardenbloem, Taraxacum officinale: alle delen zijn eetbaar.pjes
- Roomse kervel: doorlevende plant die de eenjarige kervel kan vervangen, schaduwplant.
- Veldzuring, Rumex acetosa: gegeten als spinazie, vanaf februari plukbaar.
- Wilde pastinaak, Pastinaca sativa: bloeit van juni tot september, eetbare wortels.
Giftige inheemse planten

Vele planten die courant in onze tuinen voorkomen, staan op de lijst van giftige planten. Bij sommige planten zijn alle delen giftig, anderen hebben niet-giftige delen zoals vruchten. Er zijn inheemse planten die zeer giftig zijn en best vermeden worden in tuinen met kleine kinderen en huisdieren. Deze opsomming is zeker niet volledig.
- Gele monnikskap, Aconitum vulparia: zeer giftig, het gif kan ook via de huid worden opgenomen.
- Gevlekte aronskelk, Arum maculatum: de knollen zijn eetbaar, de andere delen zijn giftig.
- Herfsttijloos, Colchicum autumnale: zeer giftig, ook voor het vee.
- Hulst, Ilex Aquifolium: voor mensen zijn de bessen giftig, voor de vogels niet.
- Lelietje-van-dalen, Convallaria majalis: alle delen van de plant zijn giftig.
- Vingerhoedskruid, Digitalis: elk deel van de plant is giftig.
Ook interessant om te lezen: