Waar komt de vruchtbladroller voor?
In Nederland en België zijn verschillende bladrollers actief, maar de vruchtbladroller (Adoxophyes orana) is de meest schadelijke en algemeen voorkomend.
Deze nachtvlinder is te vinden op bomen en struiken, zoals liguster en sering, maar veroorzaakt vooral schade in fruitbomen. Zowel de appel, peer, pruim als kers kunnen in de fruitteelt getroffen worden door de vruchtbladroller.
De naam komt van het feit dat de vlinder zich in een blad rolt met spinseldraden om vervolgens de bladeren of vruchten aan te vreten.
Schade van de vruchtbladroller
Als de rupsen uit de eitjes komen, verspreiden ze zich over de bladeren waarvan ze oppervlakkig eten (skelet vreterij). Dit doen ze vanuit een vuilwit spinsel dat zich aan de onderzijde van de bladeren langs de nerven bevindt.
De meeste schade wordt aangericht op het moment dat de larven van de vruchten vreten, meestal vanuit een opgerold blad dat ze vast spinnen aan de vrucht. Deze vraatschade beperkt zich tot een oppervlakkig vreten aan de schil maar resulteert tot grote verkurkte plekken bij het uitgroeien van de vrucht.
Laat in het seizoen verkurkt de vraatschade niet meer waardoor het vruchtvlees zonder schil zichtbaar blijft. Dit vormt dan een invalspoort voor schimmels en bacteriën met verrotting van de vrucht tot gevolg. Bovendien worden hierdoor wespen aangetrokken.
De vruchtbladroller overwintert als rups, ingesponnen in de schors van de takken. Eind maart gaan overwinterde rupsen vreten aan de uitlopende knoppen en eerste bloesems. De schade van de vruchtbladroller kan worden verward met de wintervlinder.
Hoe ziet de vruchtbladroller eruit?
De vruchtbladroller is 2 cm groot. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes zijn lichtbruin, met twee donkere banden op hun vleugels.
De eitjes worden in hoopjes afgelegd en zijn geel van kleur.
Jonge rupsen zijn lichtgeel met een donkere kop. De kleur van oudere rupsen varieert maar meestal zijn ze vuilgroen met een geelbruine kop. De rupsen kunnen tot 2 cm lang worden.
Wanneer vliegt de vruchtbladroller?
De vruchtbladroller heeft 2 generaties in ons klimaat.
- 1st generatie vliegt van juni (eind mei) tot half juli
- 2de generatie vliegt van eind juli tot eind september
De tweede generatie richt minder schade aan dan de eerste generatie. Als de nazomer nat en koud is, zal de tweede generatie zonder veel schade overgaan naar het overwinteringsstadium.
Hoe de vruchtbladroller bestrijden?
- Hang een feromoonval in combinatie met het feromoon vruchtbladroller vanaf eind mei tot eind september om deze mannelijke nachtvlinders weg te vangen. De feromoonval wordt best 1 week voor de eerste vlucht opgehangen. Maar ook later uithangen, blijft zinvol om de populatie te drukken.
- Hang een mezenkast koolmees of pimpelmees: mezen zijn verzot op de larven van de vruchtbladrollers en helpen zo de populatie in te dijken.
- Gebruik geen biologische of chemische spuitmiddelen. De larven zijn ingesponnen en moeilijk te raken. Bovendien breng je daarmee schade toe aan van nature aanwezige sluipwespen (Trichogramma). Deze sluipwespen leggen eitjes in de eitjes van de vruchtbladroller waardoor deze niet meer kunnen uitkomen.